Nieuwe programmamanager Erik van den Bos: “Samen echt een verschil maken in de gezondheid van de noorderling.”

Nieuwe programmamanager Erik van den Bos: “Samen echt een verschil maken in de gezondheid van de noorderling.”

Op 19 augustus is Erik van den Bos begonnen als nieuwe programmamanager van Beter Samen in Noord. Met een achtergrond als fysiotherapeut en zijn ervaring als strategisch adviseur bij de beroepsvereniging, brengt hij een schat aan kennis en passie mee naar deze rol. In dit interview deelt Erik zijn visie op de toekomst van het programma, de uitdagingen die hij ziet, en zijn waardering voor de gedreven projectleiders die hij nu al is tegengekomen. Zijn doel? Samen met alle betrokkenen van Beter Samen in Noord de gezondheidsverschillen verkleinen en de gezondheid van de noorderling blijvend verbeteren.

Wie is Erik van den Bos?

Ik ben 47 jaar en woon in Haarlem met mijn vrouw Carlijn en onze drie kinderen, van wie twee 16 jaar en één 19 jaar oud zijn. Samen vormen we een dynamisch gezin. In mijn vrije tijd sport ik graag, vooral op de racefiets, en ik geniet van gezellige avonden met vrienden en familie. Als koffieliefhebber vervul ik thuis de rol van barista.

Kun je iets vertellen over je professionele achtergrond en hoe je ervaring je heeft voorbereid op deze nieuwe rol?

Ik ben opgeleid als fysiotherapeut en heb dat beroep 19 jaar lang met veel plezier uitgeoefend. Vijf jaar geleden besloot ik een nieuw pad te bewandelen en maakte ik de overstap naar het KNGF, de beroepsvereniging voor fysiotherapie. Daar heb ik gewerkt aan de positionering van fysiotherapie binnen het gezondheidsstelsel. Ik heb bijgedragen aan de ontwikkeling van de visie op de eerstelijnszorg 2030 en heb me ingezet om de samenwerking binnen en buiten de eerstelijns fysiotherapie te stimuleren. Mijn tijd bij het KNGF heeft me geleerd hoe belangrijk netwerksamenwerking is en hoe je vertrouwen en gezamenlijke ambities kunt opbouwen. Naast mijn werk heb ik de afgelopen jaren een MBA in Healthcare gehaald om mezelf een stevige ondergrond te geven in het uitdagende landschap van de zorg.

Wat zijn je belangrijkste doelstellingen voor BSiN?

Uiteraard is de belangrijkste doelstelling om bij te dragen aan de overkoepelende doelen van het programma: het verkleinen van gezondheidsverschillen en het verbeteren van de gezondheid van de inwoners van Amsterdam-Noord. Maar het zorglandschap verschuift steeds meer van zorg naar welzijn, wat vraagt om een andere manier van denken bij iedereen die betrokken is, van zorgverleners tot financiers en van de gemeente tot de inwoners zelf. Het is een uitdaging om deze welzijnsgerichte benadering te verankeren, en dit beschouw ik als een belangrijk persoonlijk doel. Daarnaast wil ik me richten op het door ontwikkelen van zowel bestaande als nieuwe projecten, het structureel financieren daarvan, en het verbeteren van de data-infrastructuur van BSiN, zodat we onze impact kunnen aantonen en borgen binnen het huidige stelsel.

Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen in de huidige fase van het project en welke kansen zie je om deze uitdagingen aan te pakken?

Een van de grootste uitdagingen is het veranderen van de mindset van alle betrokken partijen. We vragen mensen om anders te denken, om de focus te verleggen van zorg naar welzijn. Dit is een fundamentele verandering die tijd kost. Daarnaast hebben we te maken met een complex speelveld met ontzettend veel samenwerkingsverbanden, verenigingen, stichtingen en zorggroepen binnen Amsterdam. De kans die ik zie, ligt juist in deze complexiteit: door een goed georganiseerde netwerksamenwerking te creëren, kunnen we bruggen bouwen tussen verschillende partijen. Dit vraagt om geduld, doorzettingsvermogen en vooral veel dialoog. Als we hierin slagen, kunnen we samen echt een verschil maken in de gezondheid van de noorderling.

Hoe wil je de samenwerking tussen verschillende belanghebbenden verbeteren?

Samenwerking draait om elkaar kennen, vertrouwen en een gedeelde ambitie. Ook dit kost tijd, energie en geduld, maar het zal zeker zijn vruchten afwerpen. Sessies organiseren binnen Noord gericht op kennismaking, leren samenwerken en netwerksamenwerking tussen zorg en welzijn in, zullen hierbij zeker helpen.  Uiteindelijk gaat het erom dat de burger, hulpverlener en zorgverlener elkaar zonder drempels kunnen vinden. De open cultuur bij BSiN die ik momenteel ervaar, is hier al een goede basis voor.

Daarnaast zullen we verder bouwen aan een digitaal platform om de communicatie en samenwerking te vergemakkelijken. Door transparant te zijn over onze doelen en voortgang, hoop ik dat we de hechte samenwerking kunnen verstevigen en zo onze gezamenlijke ambities kunnen realiseren.

Wat me de afgelopen twee weken bijzonder heeft geraakt, is de passie van de projectleiders met wie ik heb kennisgemaakt. Deze mensen staan echt voor wat ze doen en zetten zich volledig in voor de uitdagingen die er in de regio liggen. Als programmamanager ben ik enorm blij en geïnspireerd om met zo'n gedreven team te mogen werken.

Hoe zie je de toekomst van dit programma of project, en wat zijn je verwachtingen voor de komende jaren?

Beter Samen in Noord staat voor vernieuwende projecten in de zorg. Dat willen we vasthouden. Dit betekent dat we continu op zoek moeten naar frisse ideeën die kunnen bijdragen aan onze gezamenlijke doelstellingen. Technologie en digitalisering spelen hierbij een belangrijke rol. Om de toekomst van BSiN te waarborgen, is het essentieel dat we in de komende tijd resultaten kunnen laten zien en structurele (mogelijk alternatieve) financieringsvormen organiseren. Hiervoor is een nauwe samenwerking met zorgverzekeraars en de gemeente cruciaal. Dit staat dan ook hoog op de prioriteitenlijst voor de komende twee jaar. Met hetgeen we nu al doen en de energie die iedereen erin stopt, ben ik optimistisch over wat we samen kunnen bereiken.